En toen was het ineens herfst. En goed ook, met alles erop en eraan. En dat is toch weer even schakelen.
Want heel warm weer, zoals de afgelopen maand, betekent dat ik me maar beter wat rustig kan houden. Dat eigenlijk ook alleen maar kan, want de hitte zoals we die hadden trekt alle energie weg uit me. Mijn spieren worden heel zwaar, en bewegen gaat daardoor moeilijker.
Weer zoals het nu is, is echter ook geen feestje. Koud, nat, dat maakt dat veel van mijn spieren stijf worden en daardoor pijn gaan doen. Bovendien zijn we wat zuiniger met de verwarming vanwege de energie nu. Niet verkeerd hoor, en het voordeel van kou is dat je je warm kunt aankleden, of een lekkere fleecedeken over je heen kunt doen.
Ik voel me dus het best tussen de 20 en 25 graden. Niet te vochtig alstublieft, dat is ook niet zo fijn. En dan nog een beetje wind erbij en je maakt me helemaal gelukkig. Alleen, dat is niet het klimaat wat in Nederland overheerst. En deze keer ging de overgang ook niet echt heel geleidelijk, vind ik.
Vorige week was het heerlijk weer. Ik ging zelf naar mijn Mensendieck therapeute, en loopfietste met een lekkere omweg terug naar huis. De dag erna zat ik met een vriendin op een terras van koffie met appeltaart te genieten en lekker bij te kletsen. Van die dagen die mijn ideale klimaat benaderen, die me veel energie geven en me prikkelen om nog even het een en ander extra te doen, zeker als manlief drukke dagen heeft met werk en veel weg is. Niet erg, ik kan het zelf en hoe fijn is het dat als hij thuiskomt hij niks meer hoeft te doen!
De dag erna heb ik ineens, voor mijn gevoel tenminste, ruzie met mijn lijf. We beginnen de dag al met een fikse woordenwisseling. Ik wil van alles doen en mijn lijf echt niet, protesteert aan alle kanten. Ik geef een beetje toe. Oke, ik heb veel gedaan, maar moet je dan zo reageren? Dat vind ik wel een beetje flauw, zoveel was het ook weer niet, dat ik nu een dag plat moet. Maar goed, als jij het zegt doe ik het wel.
Ik weet inmiddels dat ik maar beter toe kan geven als mijn lijf zo’ n dag heeft. En dus maar beter een rustdag kan houden. Oke, en stiekum, als ik eerlijk ben, is het ook wel lekker.
De dag daarna botert het weer meer tussen lijf en mij. En dus kan ik ’s middags even weer lekker een rondje buiten en meegenieten van een stukje van de burendag die in ons hofje wordt gevierd met samen klussen. Ook met een BBQ, maar daarvoor heb ik me al afgemeld, er is nog meer het weekend wat we willen doen en alles samen is wat veel. Ik ben de woordenwisseling van de dag ervoor nog niet vergeten.
Ik luchtte mijn hart over dit alles bij een vriendin, die zelf ook regelmatig tegen dit soort beperkingen aan loopt. Iets met gedeelde smart. Zij herkende het ook, en kwam met de term regeldagen.
We hebben beiden kinderen van in de twintig, en we zworen vroeger bij het boek ‘Oei ik groei’. Het beschrijft hoe een baby verschillende periodes in de ontwikkeling beleeft. In zo’ n periode leert hij weer iets wat hij nog niet kon of wist, en daardoor is hij tijdelijk even minder zichzelf. En kan dus veel huilen en van slag lijken. Het hielp ons toen al heel erg te weten dat dit erbij hoort, dat het gewoon even teveel wordt maar dat hij ook weer leert. Oei ik groei. Deze dagen worden dan regeldagen genoemd.
En zij, die vriendin, vergeleek dat met de dagen die ik beschreef. En dat vind ik een mooie vergelijking. Regeldagen. Dagen waarop je lijf je heel nadrukkelijk zegt dat je weer meer moet luisteren naar de signalen die het afgeeft, al een paar dagen. En nee, het is niet dat ik dingen moet leren die ik nog niet weet, want ik weet hoe dit werkt natuurlijk, als het gaat om mijn lijf.
Maar het is soms ook gewoon heel lastig. Lastig om dat stemmetje te horen. Lastig om de balans te vinden en houden tussen iets doen en ook op tijd rust houden. Lastig om te merken dat als het heet is buiten je niet zoveel kunt doen als je zou willen, maar ook niet als het dan weer kouder is. Dat was je even vergeten toen je je op koelte verheugde toen het zo heet was…
Maar dan zijn die regeldagen dus onvermijdelijk. Gewoon, omdat het zo werkt. En dan weet je ook dat die dagen weer over gaan, net als toen je een baby was. Dus kun je er maar beter aan toegeven. Omdat je dan, als het over is, weer kunt denken dat op de bank onder een fleece deken eigenlijk ook wel weer lekker is. Niet altijd, maar dan ga je lekker wel naar buiten. Of doe je iets anders wat niet zo verstandig of handig is misschien, maar wel heel erg leuk op dat moment. Dat heb je dan mooi wel gehad! En zolang dat niet te veel is, en je een redelijke goede balans hebt, ondanks alles, zijn af en toe die regeldagen niet erg.
Zeker niet als je daarbij verkeert in het gezelschap van een of twee katten…
Geef een reactie