Wij hebben gezinsuitbreiding!
Ik liet het al even vallen een paar blogs geleden (cliffhanger, noemde iemand het al 😉 ) maar ze zijn er.
Ik stel jullie bij deze voor aan Gijs en Guus.
Gijs, de kat op de onderste foto, mannetje, bijna 3 jaar, en Guus, op de bovenste, even oud, zijn zusje. Ze zijn bij ons sinds afgelopen weekend en dus zijn we allevier aan het wennen. Zij aan ons, het nieuwe huis, wat wel en wat niet kan. En wij aan ’t weer hebben van katten, want dat is al weer eventjes geleden. Dus moeten wij ook weer even wennen aan wat wel en niet kan. Wat niet kan bijvoorbeeld is een pizza met ansjovis op het aanrecht laten liggen… Dat helpt katten wel snel over hun schroom heen! 🙂
Als je ons al wat langer kent dan ken je misschien nog wel de katten die we vroeger hadden, vanaf dat we gingen samenwonen al. Eerst Goofy en Fish, en later Jip en Noeki. Totdat we, in 2007, in dit huis gingen wonen.
Vlak daarvoor was gebleken dat de astmatische klachten waar Marijn vaak heel veel last van had ook behoorlijk beïnvloed werden door een allergie voor katten. Dat was even slikken. We stonden toen op punt van verhuizen naar dit huis en hier waren nooit huisdieren geweest. Toen was de beslissing snel genomen. Moeilijk eventjes, vooral voor Marijn zelf, maar wel met resultaat want hij kon binnen een paar maanden alle medicatie die hij dagelijks slikte en inhaleerde stoppen en gebruikt nu alleen nog zo nodig iets.
Marijn woont inmiddels al ruim drie jaar op zichzelf, en het begon toch bij ons, zeker bij Hans, steeds meer te kriebelen. Afgelopen jaar er al meer over gesproken (ook met Marijn, want die moet wel thuis kunnen komen natuurlijk 😉 ) maar er kwamen iedere keer andere dingen die veel tijd en zorg in beslag namen. Nu komt er langzaam maar zeker meer rust en tijd dus leek het ons wel heel gezellig weer wat meer leven in huis te hebben. Dus de knoop doorgehakt, wat actiever op zoek gegaan en na wat omzwervingen zagen we deze twee schatten. Ze komen uit een warm nest in Rotterdam, woonden daar in een appartement zonder tuin. De eigenaresse had al een tijdje het idee dat ze graag naar buiten wilden, meer ruimte wilden hebben en besloot uiteindelijk dat ze daaraan toe wilde geven, met pijn in haar hart weliswaar. En zo kwamen ze dus bij ons. Ze zijn niet de enige katten in de buurt en hebben, door ramen van de schuifpui heen, al uitgebreid kennis gemaakt met de buurkat, die ons huis en tuin een beetje als tweede huis is gaan beschouwen. Benieuwd hoe dat straks gaat, maar voorlopig blijven ze binnen om goed te wennen.
Wordt vast vervolgd… 😉
Dan iets heel anders.
Gisteren heb ik weer, online deze keer, contact gehad met de neuroloog. Dat was voor het eerst sinds de behandeling klaar was en was goed. Het gaat ook goed, lichamelijk, dat was hij met me eens. Gehad over de verschijnselen die er nog zijn, waarvan de vermoeidheid me het meest belemmert. Dat heeft tijd nodig, maar dat wist ik.
Een paar kleinere verschijnselen die bij mijn spierziekte horen lijken minder te worden. Ik durf nog niet zo te hopen dat dat door de behandeling is maar hij is daar meer van overtuigd. Snapte mijn terughoudendheid echter wel heel goed.
Het was alweer drie maanden geleden dat ik hem voor ’t laatst sprak en ’t gesprek kwam al gauw op de verwerking van alles. Hij was heel benieuwd hoe het in dat opzicht ging. Noemde dat hij mij een krachtige vrouw, en ons een krachtig stel vond samen, al die jaren. Maar noemde direct daarbij dat ook krachtige mensen op een bepaald moment merken dat het veel is, en bang kunnen zijn. Dat je kunt hebben verheugd op ‘de tijd na’, nu merkt dat dat helemaal niet alleen maar leuk is en dat dat soms heel lastig kan zijn.
Nou ja, onnodig te zeggen dat hij een snaar raakte en dat dat zeker speelt op het moment. Dus dat werden tranen, maar ook een heel fijn gesprek. En ik merk dat zo’n gesprek, zo’n houding zoals die van hem, toch voor mij mijn gevoel legitimeert. Onzin, die legitimatie, maar toch. Mijn struikelblok blijft dat ik snel denk dat ik het niet goed doe. Niet goed omdat ik niet blij genoeg ben dat het klaar is, ‘er’ anderen niet meer mee wil lastig vallen. Terwijl, zo zei hij, er zoveel gebeurd is, dat het eerder raar zou zijn als ik zo maar door ging…
En dat kost tijd, zei hij, tijd, en een aantal scans waarvan de uitslag goed is. Om iets van vertrouwen terug te krijgen in mijn lichaam, het vertrouwen dat het goed gaat, na alle toch zeldzame dingen die er gebeurd zijn. Dat is niet gek dat dat er nu niet is, en moet ik ook niet verwachten heel snel. En dat weet ik ergens ook wel.
Hij merkte ook op dat ik het heel goed verwoorden kan, over mezelf. ‘Maar dat is tegelijkertijd het moeilijkst he’, zei hij. ‘U weet hoe het zit, het klinkt goed wat U zegt, maar toch, het gevoel kunt U niet beïnvloeden. Dat is nou eenmaal zo, dat loopt lang niet altijd gelijk.’
En zo is het. Dat heeft tijd nodig. En loslaten. En dat is en blijft bij tijd en wijle een worsteling waar deze dame niet altijd even goed in is… 🙂
Maar deze week heb ik meer van dat soort waardevolle gesprekken gehad. Over dat, maar ook meer. Per telefoon, chat en lekker thuis, in de keuken.
En dat is fijn, en helpt mij heel erg. Dus voor iedereen die er was afgelopen week: dank!
En samen met andere fijne dingen die er absoluut ook zijn (zoals bijvoorbeeld nu het lekker aaien van een kat die even om de hoek komt kijken wat ik aan het doen ben 🙂 ) zorgt dat voor de balans.
🙏❤️🙏
Leuk, die katten en mooi verhaal over je eigen toestand. Ga lekker zo door! En leer de katten dat ze wel muizen maar geen vogeltjes mogen vangen!
LikeLike