Dit wordt een blog zonder specifiek onderwerp, een blog van losse gedachten. Of het moet zijn een thema: de blues. Want ik heb de blues. En ik weet niet goed waarom. En vind het vervelend, het zit me in de weg, maar ik krijg het ook niet zo goed weg. Dus ik dacht ik ga het maar gewoon opschrijven, wie weet helpt het.
En als je niet wilt lezen: ook prima!
Wat losse gedachten dan.
Het wil niet zoals ik graag zou willen, en dat is al eventjes. Dat hadden jullie uit de vorige blog vast ook al een beetje begrepen. Het is niet zo dat ik constant chagrijnig, stil of verdrietig ben. Denk ik. Maar wel meer dan me lief is.
Zeker bij de mensen die dichtbij en me lief zijn ben ik snel in tranen op het moment. En ik kan niet zo goed uitstaan dat ik niet weet waarom en dat ik er dus niks aan kan doen. Dus ik zeg regelmatig tegen mezelf: loslaten dat je niet kunt loslaten. En dat helpt dan wel weer eventjes, maar het komt toch weer terug.
Dat komt deels door een van de medicijnen die ik krijg bij deze kuur. Dexamethason, een hormoon. Het helpt goed tegen de misselijkheid, maar kent wat bijwerkingen. Tel daarbij op de bijwerkingen van de prednison die ik nog steeds slik (wel klaar over drie weken!!!) en voila: berg je soms maar voor alle, versterkte, emoties.
Maar daarbij komt zeker ook dat ik wel altijd al iemand ben geweest van ups en downs.
Ik kan heel erg blij zijn, ergens heel erg van genieten. Als ik blij ben merkt iedereen die me lief is dat, die laat ik meedelen. Maar iets kan me ook heel erg in de weg zitten, of heel verdrietig maken. Dat merken mensen die me lief zijn ook. En dat nu dus nog wat versterkt door de medicijnen. Ik kan pas goed door als dat eruit is, ben ik achter. Vaak met tranen erbij. Van vreugde en verdriet, dat maakt niet heel veel uit merk ik. Maar of ik nou wil of niet, die tranen komen, dat merk ik ook. Ik kan ze even tegenhouden maar niet heel lang. Ik kan ze maar beter meteen laten komen.
En het is niet dat ik me naar voel, lichamelijk. Het is niet wat ik wil, er duiken iedere keer wel weer wat bijwerkingen op in de weken tussen de kuren, maar als je nagaat wat ik krijg vind ik dat ik dat best goed doe. Ik merk dat mijn lijf van tevoren niet al ziek was van de kanker, en mijn conditie ook best oké. Het is niet voor niks dat we per toeval erachter kwamen.
Ik kan nu niet zoveel als iemand met kanker maar zonder spierziekte, maar die spierziekte in aanmerking genomen, gaat het best goed, en beweeg ik lekker, deze laatste dagen. Ben ik zelf ook wel blij mee.
Van tevoren had ik bedacht dat het best ook wel gunstig was, kuren in de winter. Lekker onder een dekentje, je mag toch niet in de zon. En dat is ook wel zo, ik vind het heerlijk om lekker op de bank onder een dekentje tv te zitten kijken enzo. Ik kan niks, maar ik hoef dan ook niks want het is toch prut weer. Lekker knus thuis.
Maar ik vind het ook wel heerlijk om lekker naar buiten te kunnen, van het licht te genieten, andere mensen zien, genieten van alles buiten. Dat wordt lastiger.
Daarbij, het is het seizoen van de verkoudheden, griep etc. Dat betekent dat je naar veel dingen niet kan, omdat ik niet het risico wil lopen iets op te lopen waardoor alles uitgesteld moet worden.
Maar ik ben van nature ook wel een mensen-mens. Van het knusse. En gezelligheid. Vind mede daarom december altijd heerlijk, al die feestdagen. Januari is altijd voor mij al meer een uitdaging geweest zoals voor wel meer mensen, denk ik.
Maar ik betrap mezelf nu soms erop dat ik denk, oh volgende week naar het ziekenhuis, even lekker eruit. Ik bedoel maar, het personeel is aardig en zo, maar even lekker eruit… daarbij denk je toch aan andere dingen dan het ziekenhuis!
Een andere losse gedachte die regelmatig terug komt de laatste weken is de tijd. De tijd gaat snel, gelukkig, volgende week alweer de laatste kuur. Ik dacht, vlak voor de eerste, kom op meid, over negen weken heb je de laatste al weer! Ik vond dat eeuwen lijken en nu is het al weer bijna zover. Nu komt regelmatig even oppoppen ‘en dan?’. Hoe gaat het verder? Mensen die het weten kunnen vertellen dat het echt wel even duurt voordat je weer kunt wat je echt graag wilt. En dan hebben ze het al gauw over een half jaar tot een jaar. Maar ik kan daarbij ook bedenken dat het na deze kuur in ieder geval niet meer naar beneden gaat door weer een kuur. Dat het weer voorjaar wordt, de bij ons zo bekende groene waas…
Tijd heeft echter ook nog een andere lading en die komt nu ook soms om de hoek kijken, nu de stress van het begin minder is en de behandeling op het eind begint te lopen. Want wat nu? Wat is het vervolg? Is er een vervolg, en hoe lang duurt dat vervolg? Ik merk dat ik soms denk, bij iemand van bijvoorbeeld 70 jaar, ‘zooo, dat heb je toch maar mooi gehaald, dat moet ik nog maar zien’. Hoeveel tijd krijg ik? Neem ik, eis ik? En niet dat ik denk dat ik heel snel doodga. Maar het is wel een stuk dichterbij gekomen, en dat popt op, af en toe.
Losse gedachten.
In mijn minder actieve leven van het moment heb ik veel tijd om na te denken. Te veel tijd soms, er razen dingen door mijn hoofd waar ik lang niet altijd veel mee kan. En die ik dus moet loslaten. Of waarvan ik moet loslaten dat ik ze niet kan loslaten.
Ze laten fladderen door mijn hoofd, maar ook vriendelijk doch nadrukkelijk de uitgang wijzen. En dat is soms lastig, maar gaat lukken, met alles en iedereen om me heen!
En mocht ik jou toevallig zien als ik aan het stoeien ben met zo’n gedachte: help me maar wijzen, dat vind ik niet erg!
Dikke knuffel,
Marloes